Rijsel/Lille

Intro
In 1908 verwierven De Vrienden van het Museum voor Schone Kunsten Gent op een Parijse veiling voor een mooie prijs een schilderij van Théodore Géricault (1791 – 1824) met als titel De waanzinnige moordenaar. Bij deze gelegenheid vroeg de lokale pers zich af wie er zo gek zou zijn om in zijn woonkamer het portret van een moordenaar op te hangen! Het portret – dat eigenlijk dat van een kleptomaan was – maakte samen met onder andere ‘de ijverzuchtige’ uit het Musée des Beaux-Arts de Lyon en de ‘kinderdief’ uit het Museum of Fine Arts in Springfield Massachusetts, deel uit van een reeks portretten van geestesgestoorden die door Géricault in het hospitaal la Salpêtrière in Parijs geschilderd waren.

Door deze reeks portretten, evenals door zijn meesterwerk Het vlot van de Medusa, kreeg Géricault snel naam als de schilder van de gruwel, van de pijn, van de waanzin en van de dood. De tentoonstelling in het Museum voor Schone Kunsten Gent toont door middel van schilderijen, tekeningen, prenten en documenten een andere benadering van deze door de realiteit en alle aspecten van de menselijke natuur begeesterde kunstenaar. Door een vrijwillig streven naar een dagelijks bestaan, soms gelukkig, maar in een tijdsgewricht dat ten prooi was aan de stuiptrekkingen van de geschiedenis dikwijls ook gewelddadig of dodelijk, tracht Géricault de mens in al zijn facetten te ontraadselen. Hierbij legt hij getuigenis af van een diepe empathie voor zijn modellen, van wie het gelaat de littekens van het leven draagt. Door het verdriet maar ook de hartstochten van zijn tijdgenoten vol mededogen te willen delen, raakt hij uitgeput en vernietigt hij zichzelf.

Werken van andere kunstenaars zoals Füssli, Goya, Delacroix en Menzel laten ons toe om de context waarin Géricault werkte beter te begrijpen.
De ‘jupons’ van de Revolutie
Aansluitend vindt een kleine tentoonstelling plaats over de rol van de vrouw tijdens de Franse Revolutie: “De Marianne-figuur in de kunst verbeeldde niet alleen de jonge Franse Republiek en de Vrijheid. Ze was geen ideaal of allegorisch beeld, maar bestond echt, en was getekend naar de trekken van een alledaagse schone. Vrouwen streden net zo goed als mannen in de revolutionaire stoottroepen. Enkelingen slaagden er zelfs in om een politieke rol te spelen, doch hun lot was veelal beklagenswaardig. Zo was er Théroigne de Méricourt, een vrijheidsstrijdster, die in 1792 op de barricaden stond en uiteindelijk als ‘waanzinnige’ opgesloten werd in La Salpêtrière, zoals de zogenaamde ‘Hyena’ waarvan Géricault een portret maakte, en waar ze 20 jaar later stierf.



 

Deze site maakt gebruik van cookies om de site optimaal te laten werken.

Cookies zijn kleine bestanden die gebruikt worden om de instellingen van deze site te bewaren. Cookies vertellen ons niet wie je bent.